Het beeld toont een vredige scène in een stijl die doet denken aan traditionele Aziatische kunst, waarschijnlijk geïnspireerd door Japanse of Chinese schilderijen. Op de voorgrond staat een boom met gloeiende bladeren, wat suggereert dat het een Japanse esdoorn in de herfst zou kunnen zijn. In het midden van de scène staat een meerlaagse pagode, vaak geassocieerd met de traditionele architectuur van het Verre Oosten, die zachtjes wordt weerspiegeld in het water eronder, wat aangeeft dat het zich dicht bij een meer of een kalme waterpartij bevindt.

De achtergrond wordt gedomineerd door bergen in grijstinten die een indruk van mist of afstand creëren, wat bijdraagt aan de serene sfeer van het beeld. Boven de bergen is de lucht geschilderd in zachte tinten van grijs en wit, met een roodachtige zon of maan die aan de horizon opkomt of ondergaat. Vogels vliegen door de lucht, wat het gevoel van rust en vrijheid versterkt. Het kleurenpalet is voornamelijk beperkt tot tinten van rood, grijs en wit, wat bijdraagt aan de rust en de esthetische eenvoud van de scène.